Da’s wel erg makkelijk hè? Asociaal herrie maken, en dan zeggen dat de ander dat moet tolereren omdat ze leven in een grote stad. Zo groot is die stad trouwens niet. Bangkok, *dat* is een grote stad. Daar is het, naar verhouding tot het verkeer en aantal mensen, muisstil, viel me op. Je mag best geluid maken, maar wij leerden als kinderen om *niet te hard* te praten op straat, en zeker niet ‘s avonds, wij leerden rekening te houden met wat anderen misschien als afleidend of storend zouden kunnen ervaren. Ook dieren trouwens, in een bos bijv. Als je in de natuur met heel veel hard getetter kinderen hoort kwebbelen, en de ouders/groepsleiders zeggen daar niets van, dan weet ik al meteen hoe laat het is. Een aantal kids in de buurt denken hier schijnbaar ook dat ze de enigen op de wereld zijn. Met hun bluetooth-speakers pontificaal gaan hangen voor je deur, of keihard krijsen, schreeuwen, stampen of tegen dingen aantrappen alsof ze psychiatrisch patienten zijn, zonder er een moment erg in te hebben dat er misschien mensen zijn die bijv. thuis werken en zich willen kunnen concentreren. Of die nachtdiensten draaien en willen kunnen slapen. Het gaat om het geluidsniveau (komt door oordoppen/hoofdtelefoons heen), niet om dat er geluid vandaan komt, maar om de asociale houding erachter. Sowieso merk ik in bijna heel nederland dat dit een nieuwe eigenschap is geworden: Anderen ongegeneerd lastig vallen met jouw gewauwel. Dat je je maar vooral niet moet schamen als anderen horen waar je het over hebt. En maar schelden en vloeken. Hoe vaak je het woord kanker hier bijv. voorbij hoort komen op 1 etmaal, gewoon vanuit het lopend en hangend gespuis op straat als ik het zolderraam open heb, echt ongekend. Deden wij vroeger toch echt anders. Beetje meer bescheidenheid is op zijn plaats als je met andere mensen in een stad leeft. Maar goed, ik weet dat ik een uitzondering ben, gezien het glas op straat bijv.