Vanmorgen werd ik wakker uit een wat creepy droom. In die droom zat een scene waar een meisje in voorkwam, met lang blond haar. Onze blikken vonden elkaar, in de drukte van andere mensen om ons heen. Ik vroeg haar gebarend naar me toe te komen, een hoofdknik en een vingertje waarmee ik haar een soort come to daddy gevoel moest hebben gegeven. Ze kwam zowaar naar me toe, en ik vroeg of ze even bij me wilde komen zitten. Ze nam naast me plaats, en ik zag iets aan haar gezicht, dat de huid wel héél erg perfect was, maar dat er iets geks was rond haar blauwe ogen. “Ik weet wie je bent, hoor” zei ze, “en je weet wie ik ben, ik heb een masker op namelijk”. Toen zag ik het; Inderdaad, ze droeg een masker, maar ergens bij de wat vreemde wallen onder haar ogen zag ik het verloop in huidskleur en huid-type. Ik moest in de droom toen denken aan Mission Impossible, de film met de niet van echt te onderscheiden maskers. Op het moment dat ik me afvroeg wie er dan achter dat masker zat, wist ik het eigenlijk al. Het was H. Ze zei dat ze niet anders kon dan hier met dat masker op rondlopen, en ze was daar wat humeurig door. We hadden ergens ruzie over, en ik herinner me hoe haar ogen daarbij niet klopten met wat haar gezicht zei, dankzij dat masker. Ik legde dat haar uit en we moesten er om lachen. Daarna is de droom te wazig, tot aan het end ergens; Inmiddels was dezelfde maskerdragende H. in gesprek met iemand, en kwam ik haar opnieuw tegen, maar nu wetende dat ze niet was wie iedereen dacht te zien. Ik herinner me kijkend van opzij, naar de huid van haar gezicht met sproetjes, en naar haar wallen, die er eigenlijk alleen waren om het verloop van echt naar masker te verbergen. Ik zag dat ze voelde dat ik er stond, maar voelde dat ze wist dat ik mijn mond wel zou houden over haar masker, dat ik het spel mee zou spelen. Op dat moment werd ik bezweet wakker, zo ongeveer…
Wat moet een mens met zo’n droom?
Ik had ooit mijn ware gevonden. Dat wist zij, en dat wist ik. Ze was 18, in het echte leven. Stiekem voelde ik dat, en stiekem wist zij dat. Zij liet zich leiden door haar omgeving, en door wat haar leeftijd van haar verwachtte, en ik mij door mijn omgeving, en eerdere ervaringen, en toen ging het helemaal fout. Toch weet ik dat zij weet dat wij in een andere dimensie het ware-gevoel zouden uitdiepen tot iets onvoorstelbaar moois. Misschien te mooi, te sterk, te explosief. 1 blik in haar ogen en ik geloofde weer in de ware, terwijl ik dat geloof eerder al had opgegeven. Misschien kwam het doordat ik al vaker had gedacht een ware gevonden te hebben, (maar het nu zeker wist omdat ik het ware-gevoel kon afzetten tegen de valse eerderen, tegen de illusies van eerdere waren) dat ik nu wist dat ik gelijk had, dat ik de ene dimensie naar de andere over kon hevelen. Haar en mijn droom had kunnen verwezenlijken. Dat was echter niet het geval. En nu heeft mijn ware een masker op? Fijn. Het waakvlammetje in mij blijft branden, ook al worden er verwoede pogingen gedaan het te doven. Het vlammetje van het geloof in een ware heeft nu wel een nieuwe kleur gekregen…