White Power
Vannacht om een uur of 5 fietste ik door de besneeuwde straten naar huis toe. Ik kwam daarbij door het Vondelpark, waar het trouwens makkelijker fietsen was dan elders in de stad. (Iets wat ik niet had verwacht.) Ongeveer ter hoogte van waar in de zomer altijd skaters hun kunstjes laten zien, vlakbij de ijsco-man dan ook meestal, móest ik gewoon even stoppen om het uitzicht vanaf daar richting Vertigo en het filmmuseum te bewonderen. Echt wonderlijk mooi. Lampjes in de boom bij Vertigo, de lantaarns, de contrasten in de bomen, en dan dat wit overal als een donzig dekkend laagje suiker. Spijt dat ik geen fototoestel bij me had. Maar wat ik me vooral afvroeg; Wat is het toch dat de oogstreling van sneeuw en de daarmee samengaande belichting zo aangenaam maakt voor de zintuigen? Waarom vind ik, en vinden mensen overal, dat zo mooi om te zien? Hoe komt dat eigenlijk? Waarom heeft die sneeuw instinctief een positieve bijsmaak? Want instinct, dat is het, dat weet ik na vannacht zeker. Het is helemaal niet omdat we als kind alleen maar leuke dingen deden als het sneeuwde. Zo leuk was het niet om ingepeperd te worden met koude handen,…