Als kind had ik de theorie verzonnen dat ieder mens een soort innerlijk kompas heeft, wat slaapritme betreft, een geo-stationair bepaald levensritme. En net als in de dierenwereld hoeft het helemaal niet zo te zijn dat je geboren wordt op de plek waar JOUW dag-nacht ritme heerst. De natuur gooit zo nu en dan random wat mensen op de verkeerde plek, zodat er evolutie plaats kan vinden. Ik was zelf natuurlijk niet op de goede plek terechtgekomen, want ik kan al sinds mijn tienerjaren gemakkelijk in een ritme leven waarbij ik slaap van 4:00 tot 11:20 uur. Dat patroon hou ik makkelijk jaar in jaar uit vol. Een slaapritme van 00:00 tot 07:20 hou ik veel minder makkelijk vol. Ik heb maar 1 avond nodig om het te verpesten, om weer terug te zijn in het favoriete ritme. Ik bedacht daarom dat ik moest emigreren naar de plek waar het donker was tussen 04:00 en 11:20 uur, zodat het biologisch zou kloppen. Tot ik iets anders ontdekte;
I’m a sucker for darkness, zoals men dat zegt, ‘s nachts gebeuren echt de mooiste dingen, zelfs als het overdag mooi weer is. Gek genoeg ben ik ook een sucker for direct sunlight. Daar doet zich dus een probleem voor, want ‘s ochtends is het waar ik woon meestal zonnig, en ‘s middags gemiddeld minder zonnig. 1 kant van mij wil dus vroeg op (vooral op dagen dat het zulk mooi weer is als nu), maar de andere kant van mij geniet optimaal van de stedelijke stilte in de nacht, de subversiviteit van het wakker zijn als iedereen al slaapt(?), en schept er een vreemd genoegen in om de uitdaging aan te gaan met slaperigheid. Het is voor mij heel erg makkelijk om, als ik om 00 uur al omval van de slaap, nog door te gaan tot 04 uur. Ik heb vaak nagedacht waar dat vandaan kan komen. Heb het al mijn hele leven, en extremer dan anderen. Het zijn meestal ook anderen die mijn slaapritme naar de gangbare proporties brengen, vooral omdat het socialer is, of omdat ik er niet onderuit kan (reistijden, werktijden, afspraken e.d).
Misschien is het de zucht naar meer vrijheid. De drukte van een stad maakt mij natuurlijk gezien te zichtbaar. Ik wil graag zichtbaar zijn, maar niet zo dat mensen letten op bijv. kleding of oppervlakkige onzin die de beschaving ons uiterlijk gebracht heeft. ‘s nachts lijken mensen meer op hoe ze zijn zonder kleding aan (no pun intended), ‘s nachts zie je vooral de contouren en moet je moeite doen voor nauwkeurigheid. Dat vind ik instinctief leuk. Ik wil dat mensen elkaar zien zònder het oordeel van de dag, zonder het oordeel gebaseerd op kleding en hetgeen iemand ‘doet’. Daarom werk ik ook graag in de nacht; ‘s nachts heeft bijna iedereen tijd en vrij, en dus heb ik meer rust, en plezier in dingen doen die niet leuk zijn. Conclusie: I’m a creature of the night.