Westerse Astrologie weerlegd, deel 2
Bij deze, op veler verzoek eindelijk publiek gemaakt,
mijn laatste brief aan Rob Nanninga (hoofd stichting Skepsis)
aangaande mijn artikeltje uit 1992 waarin
ik de Westerse Astrologie onderuit haal. Een verhaal wat hij
uiteraard niet wilde afdrukken in het blad Skepsis destijds. Goed,
eerst mijn laatste woord in de briefwisseling met dhr. Nanninga hierover;
-----------------------------------------------------------------------------
Verbazingwekkende heer Nanninga,
Dat u mijn vorige brief een scheldbrief vond is tekenend. Nu komt u nogmaals
met gegevens die mijn ideeën over astrologie niet alleen onderschrijven, maar
mij ook dwingen me te begeven op een niveau wat ik al jaren achter me heb
liggen. Ik geloof dat u mijn kennis op dit gebied onderschat.
Daarom zie ik mij genoodzaakt u alsnog te overtuigen van mijn gelijk
in dezen. Bepaalde aspecten van de astrologie zijn namelijk
maar bar moeilijk met elkaar te rijmen:
Enerzijds stapt de astroloog af van absolute astronomische gegevens
(zoals de stand van de zon ten opzichte van de ecliptica, om zo te
ontsnappen aan de plicht tot corrigeren van gegevens aan de hand van
de precessie en eigenbeweging van de sterren), anderzijds worden
diverse onderdelen van de astrologie nogsteeds bepaald door dezelfde
vaststaande astronomische feiten:
- De zon en de maan vervullen in alle varianten van de astrologie een
buitengewoon grote rol; dit ligt aan het feit dat zij (naar grootte
gecorrigeerd) relatief dicht bij de aarde staan.
Hiermee geeft de astrologie ruiterlijk toe, dat afstand en grootte
(ASTRONOMISCHE gegevens) WEL DEGELIJK van belang zijn bij het bepalen
van een horoscoop. Dat is één. Linda Goodman doet trouwens niet anders.
- Naast de stand van de zon t.o.v. de ecliptica tellen ook ascendant en
descendant in bijzondere mate mee bij het bepalen van een geboortehoroscoop.
Dat men voor het bepalen van het geboorte-sterrenbeeld wil vasthouden
aan de ecliptica van 2000 jaar geleden (schept een hoop verwarring;
het is alsof een landmeter zegt: "De afstand is 12 kilometer",
waarbij de toehoorder stilzwijgend die 12 kilometer (een feit) moet
vermenigvuldigen met een bepaalde variabele om de juiste afstand te
weten te komen. Zo'n landmeter zou onmiddellijk in de bijstand belanden!)
da's nog tot daar aan toe, maar dat ascendant en descendant ook nog aan een
fysiek astronomisch feit zijn gekoppeld (het rijzende resp. het dalende
sterrenbeeld ten opzichte van de horizon van de waarnemer) wordt toch
op zijn minst licht verdacht. Dat sterrenbeeld en ascendant elkaar
op het moment van geboorte kunnen versterken of verzwakken
wordt bijzonder onduidelijk, als we ons beseffen dat beide
gegevens benaamd zijn naar astronomische gebeurtenissen
en berekend zijn naar de 2000 jaar oude stand van de sterren!
Er zijn zelfs astrologieën, die de moderne (naar precessie en
eigenbeweging gecorrigeerde) ascendant tegenover het *ouderwetse*
sterrenbeeld plaatsen! Alsof ons zonnestelsel een compacte onafhankelijk
functionerende astronomische unit is binnen de rest van het heelal! Pff!
Door precessie en eigenbeweging van sterren buiten beschouwing te laten,
verklaart de astrologie dat de werkelijke stand van de zon ten opzichte
van de sterren er niet toe doet. Wat ons dan rest, is de absolute
stand van de zon ten opzichte van het subject (bijv. een pasgeborene).
Op door de ellipsbaan veroorzaakte afstandsverschillen na
is de absolute stand van de zon ten opzichte van het subject
niet aan variatie onderhevig. Weinig houvast om een twaalfdeling
aan vast te knopen. Zeker als we bedenken dat afstand de astroloog
nooit veel heeft bezig gehouden; de krachten van Pluto ten opzichte
van Neptunus worden nooit naar afstand gewogen, terwijl Pluto van
tijd tot tijd dichter bij de Aarde staat dan Neptunus, om vervolgens
weer zijn bescheiden randpositie in ons zonnestelsel in te nemen.
Zie ook het voorbeeld van Mars in mijn verhaal 'Astrologie, Eg Wel Nie'.
En zouden overigens de absolute posities van hemellichamen ten opzichte
van het subject van belang zijn, dan zouden ligging van de baby en houding
van de moeder op het moment van geboorte óók een rol moeten spelen.
Gek genoeg vraagt de astroloog hier nooit naar.
Voor het berekenen van de invloed van planeten wordt meestal gebruik gemaakt
van correcte (naar precessie en eigenbeweging gecorrigeerde) efemeriden.
Dit is niet consequent en dus verdacht. Nog verdachter is de astroloog,
die de efemeriden weer terug-corrigeert naar de onaangepaste ecliptica
van 2000 jaar geleden. Enerzijds verouderde astronomische gegevens,
anderzijds recente astronomische gegevens. Kan men niet beslissen???
Dit alles wordt onhoudbaar als men de planeetinvloeden
('U heeft Mars in het teken Tweelingen...')
weer relateert aan het geboorte-sterrenbeeld
('...en daarom bent u zo'n ongebruikelijke Boogschutter').
En als we dan toch op zoek zijn naar astronomische variabelen binnen ons
zonnestelsel, waarom negeert de astroloog de 11-jarige zonnevlekken-cyclus
dan? De invloed hiervan is zelfs met het blote oog zichtbaar in de vorm
van poollicht. Elektrische stormen door toedoen van zonnevlekken
hebben een MEETBARE invloed op ijzermoleculen in het hemoglobine
en op zenuwstromen in zenuwbanen. Heel wat duidelijker dan de invloeden
van bijvoorbeeld alle planeten. Behalve een kleine hoeveelheid
gereflecteerd zonlicht, die alleen 's nachts en alleen bij sommige
planeten waarneembaar is, is de invloed van een planeet alleen maar
theoretisch aanwezig. En elke kracht (zoals bijvoorbeeld gravitatie
of magnetisme) wordt geheel insignificant in vergelijking tot
dezelfde krachten in de directe omgeving van het subject.
Zoals in het door u afgekraakte verhaaltje ook al duidelijk werd.
Behalve door overgewaardeerde en vage termen als 'massapsychologie' en
'collectief bewustzijn' uit de kast te halen is het onwerkelijk,
dat planeet-eigenschappen nog steeds gekoppeld worden aan de
oorspronkelijke mythische betekenis van de goden in kwestie.
Zoals beschreven in 'Astrologie, Eg Wel Nie' is de naamgeving
van planeten arbitrair, en is het dus ontoelaatbaar de invloeden
van de hemellichamen in kwestie te relateren aan de eigenschappen
van de goden waar zij naar zijn genoemd. Toch is de astrologie
zeer liberaal in het toekennen van dergelijke invloeden.
> De enige manier om astrologie effectief te weerleggen is
> door middel van experimenten die glashard aantonen
> dat astrologen hun pretenties niet kunnen waarmaken'
blijft een bijzonder gevaarlijke uitspraak voor iemand die zich
SCEPTICUS denkt te kunnen noemen. Deze (uw) bewering zegt ons, dat
alléén oordelen a posteriori de theorieën in kwestie kunnen weerleggen.
Het was nog geen eeuw geleden dat Karl Popper aantoonde dat astrologie
zichzelf geen wetenschap mag noemen; de astrologie kan niet aangeven
hoe zij door falsificatie weerlegd kan worden. Oordelen a posteriori,
zoals die voortkomen uit experimenten, zullen dus NOOIT in staat zijn
de astrologische theorie te ondermijnen. Hooguit kunnen dergelijke
oordelen de theorie 'verdacht' maken. In plaats van 'de enige manier'
had hier dus moeten staan: 'een onjuiste manier'.
En sinds wanneer kunnen alleen experimenten de houdbaarheid van een
theorie weerleggen? Heeft u, Rob Nanninga, soms nog nooit gehoord van het
causaliteitsbeginsel?? Bijvoorbeeld de theorie dat verstandelijke vermogens
gerelateerd zijn aan de schoenmaat valt langs experimentele weg niet te
weerleggen. Sterker nog, alle experimenten zullen de correlatie bevestigen!
Dat schoenmaat en verstandelijke vermogens niet in een causale verhouding
tot elkaar staan, kan a posteriori niet worden aangetoond. De scepticus
dient zich juist te wapenen tegen dergelijke post hoc vergissingen!
Als u alle artikelen in 'Skepter' op dusdanig zwakke fundamenten baseert,
kunt u uw blaadje maar beter 'Narrenkap' noemen.
Het artikel 'Mijn helderziende' (jaargang 7, nr.3, p.40)
is overigens ook een prachtig voorbeeld van fout redeneren.
Laurens van der Pol expandeert het singuliere (één helderziende,
die toevallig een oplichter blijkt te zijn) tot het pluriforme
('om me uit de droom te helpen omtrent het paranormale').
Generalisatie dus, redeneerfout nummer één.
Dat u zulke onzin plaatst is tekenend voor u en uw club.
De grote hoeveelheid vage variabelen waarmee astrologen rekenen en het
oneindig grote aantal verschillende menselijke karakters zorgen er samen
voor, dat astrologie te vaag is om zelfs maar een beetje serieus genomen
te kunnen worden. Dezelfde vaagheid maakt, dat astrologie niet op
experimentele wijze te weerleggen valt;
als een horoscoop voor geen meter klopt, kan de astroloog in kwestie
zich altijd beroepen op 'een onvoorzien sterke Jupiter-invloed'
of wat dies meer zij. Geen enkele theorie, die zichzelf zo onwerkelijk
sterk tegen kritiek (falsificatie) heeft bewapend,
kan zich wetenschap noemen.
Gezien het FEIT dat al het voorgaande evenals het genoemde in mijn verhaaltje
'Astrologie Eg Wel Nie' harde FEITEN betreft, heeft het voor u weinig zin
hier tegenin proberen te gaan op manieren als u in uw laatste brief deed.
Aan het klepperend hoefijzer ontbreekt meestal een spijker.
Kent u die uitdrukking?
Daar bent u mee bezig als u mijn brief wegcijfert door hem scheldbrief
te noemen. Pogingen aardse feiten te weerleggen zijn zinloos.
Dergelijke waarheden dulden gewoonweg geen tegenspraak.
Groet,
Julius B. Thyssen
==========================================================================
Bovenstaande brief vormde het laatste woord in een briefwisseling over
een artikel van mij waarmee ik de Westerse Astrologie probeerde onderuit
te halen. Een stukkie wat ze niet wilden afdrukken in het blad Skepsis.
Het verhaal/stuk waar het hier over gaat kunt u hier ook vinden, want
hee, dat heb ik OOK geschreven... Lees het hier. ;-)
_____________________________________________________________________________
Mijn meest bizarre nederlandstalige posts in de historie van USENET